~~ tekst Ilse Bostyn / foto’s Dirk Van Durme / met dank aan Lieven Provost, Marc Maryns, Eddy Vanden Hautte, Kristien De Schepper en de mensen van Ename voor aanvullende informatie en beeldmateriaal
Boeren aan het werk op het land was een heel gewoon tafereel in de mooie Enaamse velden van weleer. Deze noeste arbeid, volgens een vaste cyclus gedurende het gehele jaar, werd lange tijd met spierkracht en handgereedschap gedaan, maar later ook met oude landbouwmachines die vooral door paarden getrokken werden.


Links: Triphon Van Durme en Maria Gasthuys tijdens ‘het struu afdoen’ – foto Dirk Van Durme
Rechts: Georges Van Durme bezig met zaaien – foto Dirk Van Durme
Op de foto links zien we Triphon en zijn echtgenote Maria Gasthuys tijdens het ‘struu afdoen’, het maaien van het stro met een graan&grasmaaier. Het was een machine die door twee personen bediend moest worden. Je ziet ook duidelijk twee zitjes. We kunnen het niet beter uitleggen dan hoe het op Erfgoedinzicht.be staat. Dus ik haal aan:
“Dergelijke toestellen hebben massaal op de Belgische velden gepresteerd. Ze waren dan ook oerdegelijk, vrij eenvoudig in onderhoud, met bovendien behoorlijk resultaat. Op de achterste zit nam de bestuurder plaats. Op de voorste zit de persoon die het te maaien graan behandelde. Zijn taak bestond er in om het lattenwerk met een voetpedaal naar beneden te doen klinken terwijl hij het gemaaide graan met een speciale hark tegelijk achteruit harkte zodat het op de grond bleef liggen. Het maaitoestel bestaat uit een onbeweeglijke zaaghouder of maaibalk waarop 23 kleine tanden en 1 grote tand bevestigd zijn die de zaag leiden en twee steunen of verdelingsschoenen die het gemaaide en ongemaaide van elkaar scheiden. De zaag ontvangt haar heen en weer gaande beweging door een tandwieloverbrenging op de wielen. De hoogte van de maaibalk kan ingesteld worden door een voet- en handhefboom. Dit toestel werd getrokken door één paard wat betekende dat de maaibalk niet langer dan ongeveer 1 meter kon/mocht zijn.”
Ename, een dorp van boeren
In het weblogartikel Brood en linnen kan je lezen hoe zeer ons landelijke dorp leefde van landbouw en veeteelt. Dat is door vele eeuwen heen zo geweest en niet alleen in ons dorp natuurlijk. Wanneer je in oude bevolkingsregisters of registers van de burgerlijke stand zoekt naar de meest voorkomende beroepen in onze streek dan vind je daar ‘landbouwers en dagloners’ alom tezamen met ‘spinners en wevers’. Naast de traditionele ambachtslieden die in elk dorp nodig waren en een handvol notabelen was bijna iedereen werkzaam op land en boerderij en in de thuisnijverheid. Dit veranderde halverwege de 20ste eeuw. Andere producten kregen voet aan de grond in onze contreien, vaak geïmporteerd uit het buitenland. Mensen zochten werk in de steden en verder weg. De twee grote oorlogen in de eerste helft van de 20ste eeuw leidden onze samenleving ook een geheel ander tijdperk in.

Toen in de jaren 70 van de 20ste eeuw een grote nieuwbouwwijk werd aangelegd in de Enaamse kouters en jaren later nog meer nieuwbouw het dorp vulde, verdubbelde het aantal inwoners en verdwenen de oh zo mooie Enaamse kouters. Ik heb ze nog gekend, die akkers en weilanden. Ik weet nog hoe ver je kon kijken vanaf de heuvelrug op de grens met Mater en vanaf de helling van het Wallebos. Ik herinner mij nog goed hoe weids de wandeling was wanneer je van de dorpskern over de Wallestraat naar Torreken Te Walle wandelde. Bovenstaande foto van onze dorpsfotograaf Paul Messiaen laat zien hoe dat landschap eruit zag: eenmaal voorbij de laatste huizen van de Wallestraat en het nieuwe kerkhof aldaar kwam je op de oude landweg terecht. Daar wandelde je je door weilanden en akkers zo door naar Volkegem. Onderweg, net buiten het dorpscentrum van Ename kwam je het Onze–Lieve–Vrouwekapelleke tegen. Dat is waar de fotograaf staat. Vanaf die plek zie je in de verte het Bos t’Ename (links) en Torreken te Walle met zijn hoge bomen (rechts). Helemaal rechts zie je op de foto de oude hoeve (het neerhof) die bij Torreken te Walle hoorde, maar deze is reeds vele jaren geleden afgebroken. Het oude kapelleke is er ook niet meer, maar op die plaats is wel een nieuwe kapel gebouwd als herinnering. Deze kapel staat nu middenin de nieuwbouwwijk, want vanaf de Sint–Laurentiuskerk tot voorbij Torreken te Walle vind je geen open landschap meer. De kouters van Ename zijn vandaag slechts een zoete herinnering in ons geheugen. Wie ze gekend heeft, zal ze blijven missen.
Marc Maryns maakte in de jaren ’60 van de 20ste eeuw een prachtige winterfoto van de Enaamse kouters vanaf de heuvelrug op de grens met Mater, staande op de straat die Blote heet.

De kelder van Triphon, een boerenmuseum
Nog steeds kennen we de kelder van het oude huis aan de Lijnwaadmarkt als ‘het Kelderken’ (huidig huisnummer 34). Deze gewelfde kelder is al oud en heeft een bijzonder verleden. Toen Triphon Van Durme en zijn echtgenote Maria Gasthuys daar woonden werd de kelder gebruikt als opslagplaats. Later richtte zoon Georges de ruimte in als een soort museum van oude landbouwwerktuigen. De bijzondere collectie vertelde kleurrijke verhalen uit de tijd dat vader en moeder Van Durme samen met hun Enaamse generatiegenoten het land- en boerderijwerk verrichtten op een wijze die voorgoed verloren zou gaan. De herinneringen daaraan wilde Georges levend houden door middel van zijn verzameling werktuigen van toen. Hij kwam zelfs in de krant met dit unieke boerenmuseum.

Mens en dier

Dieren waren onmisbaar op de boerderij. Bij het trekken van de karren en bij de zwaardere klussen op het land stonden ze de boeren bij. Ook voorzagen ze ons van melk, eieren en vlees. In onze streek zijn Oost-Vlaams Roodbont (een runderras) en Goudbrakels (een hoenderras) levend erfgoed geworden. Natuurboerderij Bos t’Ename heeft een voortrekkersrol op het gebied van streekeigen levend erfgoed en werkt daarin samen met de landbouwers uit de streek. In Ename klopt nog altijd het hart voor landbouw en natuur.



Links: Albert Van Durme (staand) op de hof van het huis van zijn ouders aan de Lijnwaadmarkt
Rechts: Triphon Van Durme aan het werk aan bierhandelaar met paard en kar
Op de foto links: Albert Van Durme (zoon van Triphon) naast het paard, op de binnenkoer van het huis aan de Lijnwaadmarkt. In Ename sprak men over ‘Trifonkzen hof’. Het lichte boerenpaard van Triphon was een vosschimmel. Dat zie je aan de bleke manen en het dito behang aan de onderbenen. Links van het paard zie je tegen de stalmuur “de installatie” om de beerput leeg te trekken.
Op de foto rechts: Triphon Van Durme met paard en bierwagen. Triphon baatte ook een bierhandel uit. De kar waarmee hij zijn bier rondbracht is heel lang bewaard gebleven. We zien deze terug op foto’s uit de jaren 70 van de 20ste eeuw (hieronder). De kar werd gebruikt bij feestelijkheden en dorpsaangelegenheden.

De aandachtige lezer zal vaststellen dat het paard niet alleen is opgetuigd met een klassiek gareel (zoals steeds in de Vlaamse Ardennen). Op de rug van het paard ligt ook een rug- of schoftkussen. Dat is een soort zadelkussen met aan de zijkanten twee grote lussen waarin de lamoenen worden aangebracht. Die zogenaamde treemen (Enaams dialect) zijn zeer nuttig. Vooreerst vergemakkelijken zij het besturen van de wagen in aanzienlijke mate, mede doordat zij het afremmen ervan mogelijk maken (al had de wagen ook “een vijze” – zie de foto links bovenaan hierboven). Maar daarnaast kan die wagen daarmee ook gemakkelijk achterwaarts ergens worden ingereden (zoals een loods bijvoorbeeld).

Ontdek meer van Ename, mijn dorp.
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.