De Sint-Salvatorkerk van de handelsnederzetting te Ename

~~ ~~ met dank aan Daniël Pletinckx & Visual Dimension bvba, Erfgoedafdeling Cultural Heritage / dit artikel is een vertaling van ‘The Saint Salvator church of the trade settlement’, geschreven door Daniël Pletinckx, website Visualisation of Ename around the year 1000 / vertaald door Ilse Bostyn / credits: zie onderaan dit artikel

In de 10e eeuw had Ename al een stenen kerk, gewijd aan Sint-Vedastus, naast de rivier de Schelde in wat nu het dorp Nederename is, ten dienste van de bewoners van de villa Ehinham.

Toen de handelsnederzetting Ename rond 965 n.C. werd gesticht, op 1 km ten zuiden van villa Ehinham, had deze hoogstwaarschijnlijk een houten kerk ten dienste van die handelsgemeenschap. Sporen van die kerk zijn opgegraven (zie in de afbeelding hieronder de houten zuilen van fase A in het midden). Toen de handelsnederzetting in 995 n.C. werd opgewaardeerd, werd deze bescheiden kerk vervangen door een opvallend stenen gebouw, waarvan de funderingssporen (fase B-D) onder de latere abdijmuren zijn gevonden.

In de zone van de Sint-Salvatorskerk werden vier fasen (A-D) gevonden die dateren uit de periode 965-1065.
[K. De Groote, Middeleeuws Aardewerk in Vlaanderen, p. 45].

Deze funderingen laten zien dat de kerk een vierkant westkoor en een halfrond oostkoor had. Deze interpretatie is gebaseerd op het feit dat de breedte van de funderingen in het westelijke deel gelijk is aan die van de funderingen van het middenschip. De muren moeten dus dezelfde hoogte hebben, wat betekent dat de structuur in het westen een westkoor is en geen toren.

De archeologische overblijfselen van de Sint-Salvatorkerk onder de latere funderingen van de abdij

Dit wordt bevestigd door een tekening van deze kerk in de Vieil Rentier (gedateerd 1275, maar gekopieerd van een oudere bron, aangezien deze kerk rond 1150 werd vervangen door een veel grotere versie). Op deze tekening zien we een gebouw met dezelfde proporties als het opgegraven gebouw. Het (subtiele) onderscheid tussen het westelijke koor en het middenschip is waarschijnlijk verloren gegaan in het kopieerproces. De positie van de klokkentoren wijst op de aanwezigheid van een binnenmuur tussen het westkoor en het middenschip, wat wordt bevestigd door de archeologische gegevens.

Afbeelding van de Sint-Salvatorkerk (links) in de latere 11e-eeuwse abdij (Ms. 1175 f. 8r, Koninklijke Bibliotheek van België)

De tekening onthult veel van de gedetailleerde kenmerken van het gebouw, zoals het dak dat doorloopt over het westelijke koor, zoals ook het geval was in de Sint-Martinuskerk in Velzeke (dit is een aanpassing aan ons klimaat, omdat het voorkomt dat regen tussen het dak van het westkoor en het middenschip doordringt). Andere kenmerken, zoals de lisenen en de dubbele ramen, zijn typisch Ottoons, dus we kunnen vermoeden dat de bouwers lokaal of uit de Maas/Rijnstreek kwamen. De stijl van deze kerk verschilt echter van de Sint-Laurentiuskerk, die waarschijnlijk door Italiaanse ambachtslieden is gebouwd.

De westkant van de Sint-Salvatorkerk

Op de tekening zijn de westgevel en het oostkoor verborgen, dus moeten we informatie afleiden uit de structuur van hun funderingen. Aan de westkant zien we extra, ondergrondse steunberen, vergelijkbaar met de funderingssteunberen in de Sint-Laurentiuskerk. Deze steunberen vertellen ons waar er een boog was, omdat bogen de zwaartekracht naar de zijkant leiden, waar ze moeten worden geabsorbeerd door deze extra steunberen. Deze boog maakt het mogelijk om drie ramen aan de westkant te hebben. Zonder een boog is de concentratie van krachten tussen de ramen ongeveer 5 keer hoger dan in de rest van de westmuur, wat te hoog is voor het type kalksteen dat voor deze kerk werd gebruikt.

Vergelijking van het verloop van de zwaartekracht zonder (links) en met (rechts) een extra boog in het westkoor

Twee andere redenen om drie ramen in de westgevel te hebben zijn symboliek en numerologie. De aanwezigheid van drie ramen aan de westkant komt in veel Ottoonse kerken voor (Sankt-Pantaleon in Keulen, Corvey,…) en heeft een symbolische betekenis (het grotere raam in het midden stelt Christus voor, de kleinere ramen links en rechts Sint-Pieter en Sint-Paulus). Zo heeft het westkoor zeven ramen, ook vergelijkbaar met de Sint-Laurentiuskerk, omdat zeven als een heilig getal wordt beschouwd.

De bogen afleiden uit de aanwezigheid van ondergrondse steunberen

Van binnenuit zou het westkoor eruit moeten zien zoals op de afbeelding hieronder. Op dit moment is het echter niet duidelijk wat de functie is van het westkoor in deze Ottoonse parochiekerk, omdat er bijna geen andere voorbeelden bekend zijn. De eenbeukige Ottoonse kerk, gebouwd aan het hof van Ingelheim, heeft bijvoorbeeld wel een kruisbeuk maar geen westkoor. Aan de andere kant had de eenbeukige kerk van Velzeke hoogstwaarschijnlijk wel een westkoor.

Er zijn geen redenen om aan te nemen dat het westkoor van deze Sint-Salvatorkerk een bovenverdieping zou hebben, zoals zoals de eenbeukige Sint-Martinuskerk in Velzeke, of zoals de grotere Ottoonse kerken zoals de Sankt-Pataleonkerk in Keulen (Duitsland) of de Sint-Gertrudiskerk in Nijvel (België). Merk op dat de dubbele ramen ook bogen aan de binnenkant hebben, niet alleen om de belasting op de muur tussen de twee ramen te verminderen maar ook om het volume van de muur te verminderen (zoals ook te zien is in deze zusterkerk in Velzeke).

Zicht op het westkoor van binnenuit, met bankjes in de blinde nissen om te zitten voor oudere of gehandicapte mensen
Zicht op de buitenkant van de kerk vanaf de noordoostkant, met een gracht die de heilige grond rondom de kerk aangeeft

De bredere funderingsmuren van het oostkoor vertellen ons dat dit oostkoor veel zwaarder is dan de andere muren van de kerk, hetgeen betekent dat dit koor een stenen halfkoepel had in plaats van een houten plafond, opnieuw vergelijkbaar met de Sint-Martinuskerk in Velzeke. Door de opgravingen van Vande Walle kennen we de positie van ten minste één deur van de kerk (aan de noordkant), maar aangezien deze kerken typisch symmetrisch zijn en de verbinding van deze kerk met de handelsnederzetting aan de zuidkant zou moeten zijn, voorzien we een tweede deur, symmetrisch met de gekende deur aan de noordkant. De reden waarom de tekening van Vieil Rentier (hierboven) deze zuidelijke deur niet toont, is waarschijnlijk eenvoudig: alleen de noordelijke deur stond in verbinding met de abdij (vanaf ongeveer 1070), en de zuidelijke deur moet gesloten zijn geweest om het claustrum te waarborgen (de abdij is afgesloten van de buitenwereld). We hebben gekozen voor slechts twee deuren, hoewel de gelijkaardige Sint-Martinuskerk in Velzeke vier deuren heeft, twee in het publieke gedeelte en twee in het uitgebreide koor. Aangezien het koor in deze Sint-Salvatorkerk niet verlengd is, zouden twee extra deuren in het koorgedeelte waarschijnlijk overdreven zijn.

Zicht op het interieur aan de oostkant van de kerk, met een houten koorhek dat het openbare gedeelte scheidt van het heilige gedeelte

Het middenschip van de kerk wordt door een houten koorhek verdeeld in een openbaar gedeelte en een heilig gedeelte, gewijd aan de mis. Deze scheiding wordt gemaakt door gordijnen (zoals nog steeds het geval is in orthodoxe kerken). Het centrale gordijn gaat alleen open op het moment van de consecratie. De verhoogde ambo, waarvandaan de Schrift wordt gelezen, bevindt zich in de afgesloten ruimte voor het altaar. Het altaar wordt overdekt door een houten ciborium en is omgeven door gordijnen die alleen tijdens de mis opengaan. We vermoeden dat deze elementen van hout gemaakt waren, gezien ze geen archeologische sporen nagelaten hebben.

In het oostkoor wordt het altaar overdekt door een houten ciborium en voor het altaar staat een lezenaar die naar het oosten is gericht

We hebben geen enkel spoor van een klokkentoren voor de Sint-Salvatorkerk. In onze reconstructie hebben we gekozen voor een uitkijktoren met een klok, die uitziet over de haven en die ook dienst kan doen als klokkentoren voor de kerk (zie afbeelding hieronder).

Zicht op de handelsnederzetting van Ename in 1020, met de Sint-Salvatorkerk (links), de wachttoren (midden) en de Sint-Laurentiuskerk (rechts)

We geloven dat er naast de Sint-Salvatorkerk een marktplaats was. Ename kreeg marktrechten vóór 1005, die we hebben gesymboliseerd met het marktkruis in de afbeelding hieronder. Dit komt aan bod in een ander blogartikel over de haven en het handelssysteem.

Het marktkruis op het marktplein naast de Sint-Salvatorkerk symboliseert de marktregels en bescherming

Ontdek meer van Ename, mijn dorp.

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Plaats een reactie