Lapnamen in Ename

~~ geschreven door Ilse Bostyn / met dank aan mijn dorpsgenoten van de facebookgroep ‘Ge zijt van Ename als…’ voor hun enthousiaste medewerking bij het verzamelen van de Enaamse bijnamen / met dank aan Stefaan D’Haeyer voor het mogen gebruiken van zijn werk ‘De bijnamen in Ename’ (1967-1968) / met dank aan Marc Maryns en Monica Battiau voor hun verzamellijsten met Enaamse bijnamen / met dank aan het Provinciaal Erfgoedcentrum, Marie-Claire Van der Donckt, het Erfgoedcomité Ename, Riet Maes en Guido Tack voor het mogen gebruiken van de geluidsopname met de Enaamse bijnamen in het Enaams dialect (stem: Guido Tack)

Disclaimer: De onderstaande lijst met Enaamse bijnamen is samengebracht door de Enaamse dorpsgemeenschap. Mocht u uw persoonlijke bijnaam of familiebijnaam liever niet in deze lijst gepubliceerd zien, neemt u dan a.u.b. contact met ons op via het contactformulier op deze weblog. De naam zal meteen uit de lijst verwijderd worden. Mocht u aanvullingen of correcties hebben, dan horen wij dat ook graag van u.
In dit artikel worden enkel de bijnamen en hun betekenis (indien bekend) vermeld. De eigenlijke namen van de personen en families worden niet vermeld. Deze zijn echter wel bij bovengenoemde auteur en medewerkers aan dit weblogartikel bekend (op enkele uitzonderingen na). Mocht u op zoek zijn naar de bijnaam van uw voorouder of familie dan bent u van harte welkom om deze via het contactformulier bij ons op te vragen.

In dit weblogartikel kunt u eerst een algemene uitleg lezen over ‘lapnamen’ of bijnamen. Daarna volgt een opsomming van de Enaamse bijnamen, enige uitleg bij de betekenis (verkorte lijst) én een geluidsopname waarop u de bijnamen kunt horen uitspreken in het Enaams dialect.
Meteen naar de Enaamse lapnamen? Klik hier: #Enaamse bijnamen
Meteen naar de geluidsopname? Klik hier: #geluidsopname Enaamse bijnamen

quilt.JPG

Voorbeeldzin en enige uitleg over ‘lapnamen’

Lapnamen! Ze zijn er in alle soorten en maten. En elke naam vertelt een verhaal.
Laten we even kijken naar de voorbeeldzin hieronder (dit zijn fictieve bijnamen, dus geen bestaande Enaamse namen).

‘Boerkiezenwitten es leste weke getroud mee Lies Smit, de dochtere van Langesies en Schoapersmarie. Ge wit wel, dedie weundegen vroegere nevens Kromme Miel en Poletse van Belle. En Boerkiezenwitten zen gruutvoader, Tjefke Wijwoater, iewazejij op ’t fieste jong. Diene mensch iemoejij al vrie oud zijne awor. A joa, iejèzejij van ’t zelste joar gelek Droaiorgelsbertiezendikken zijne zeune Jantjebiertonne. Zènzezij gedanst en laweit gemoakt totda Kouters Kekkikmedoare van zen uuren kwoamt moaken.’

We zien:

‘Boerkiezenwitten’, een lapnaam die verwijst naar een familie en familieband. Hij betekent ‘de zoon met witblond haar van boer x’. We zien een verwijzing naar het beroep van vader (boer) en het uiterlijk van de zoon (witblond haar). We zien hier noch de echte voornaam van de zoon noch van de vader. Maar in een dorp wist iedereen wie bedoelt werd als een dergelijke naam te sprake kwam.

‘Lies Smit’, een lapnaam die simpelweg een verbastering is van Elisabeth De Smet.

‘Langesies’, een lapnaam waarin we de voornaam van de persoon horen (Sies, een afkorting van Francies) én iets over zijn uiterlijk: hij was lang, groot.

‘Schoapersmarie’, een lapnaam waarin we de voornaam van de persoon horen (Marie) én iets over het beroep van haar vader, grootvader of misschien wel van haarzelf: schoapers, schapenboer of misschien wel herder.

‘Kromme Miel’, een lapnaam waarin we de voornaam van de persoon horen (Miel, een afkorting van Emiel) en iets over zijn uiterlijk: hij liep krom en had dus waarschijnlijk een handicap.

‘Poletse van Belle’, twéé lapnamen waarvan Poletse gewoon de dialecte vorm én verkleinvorm van Paulette is en Belle de bijnaam van haar moeder. Belle kan betekenen dat moeder ‘Isabelle’ heette of dat zij heel mooi was, maar kan ook te maken hebben met het feit dat zij nogal kon ‘koméren’ (roddelen)… alles ging ‘rondbellen’. Dan zou dit dus een spotnaam zijn. In dat geval had ze ook de bijnaam ‘klokke’ kunnen krijgen. En als het vader was geweest, had het op z’n Ienoams ‘Bellie’ of ‘Klokkie’ geweest.

‘Tjefke Wijwoater’, een lapnaam waarin we de voornaam van de persoon horen (Tjefke, een dialecte afkorting en verkleinvorm van Jozef) en iets over zijn persoonlijkheid: ‘Wijwoater’ (wijwater) kan wijzen op het feit dat hij een vroom man was of gewoon vaak in de kerk zat en in dat geval zou de bijnaam wat spottend bedoeld kunnen zijn. Maar het kan ook zijn dat hij ooit in zijn leven een grap heeft uitgehaald waar op één of andere manier wijwater bij betrokken was. Misschien wel toen hij als kind misdienaar was? Een dergelijke gebeurtenis of anecdote werd niet licht vergeten, vooral niet omdat men het meteen aan iemands naam koppelde.

‘Droaiorgelsbertiezendikken’, een lapnaam waarin we de drie verwijzingen horen: niet de voornaam van de persoon die bedoeld wordt, alleen het feit dat hij ‘dik’ was. Hij was natuurlijk niet de enige in het dorp die dik was. Maar door de voorvoegsels wist iedereen precies wie er bedoeld werd: hij was de zoon van Droaiorgelsbertie. Bertie is een afkorting van Albert, Robert, Norbert, Gilbert… en Bertie had blijkbaar een draaiorgel (hetgeen zijn beroep, maar ook een hobby kon zijn).

‘Jantjebiertonne’, een lapnaam waarin we meteen de voornaam van de persoon herkennen (Jan, vaak kort voor Joannes) en ook hier is het bijvoegsel waarschijnlijk spottend bedoeld: biertonne wijst erop dat hij graag en veel dronk. Máár… misschien was hij ook wel een kuiper (die tonnen maakt).

‘Kouters’, een lapnaam waarin we geen voornaam horen maar de plaats waar de persoon woont: in de Kouter. Er zullen meerdere personen geweest zijn met deze naam, maar het aanhangsel verklaart over wie het gaat: ‘van Kekkikmedoare’, de lapnaam van zijn echtgenote wiens naam ook niet in de lapnaam te vinden is, maar die blijkbaar vaak als stopwoordje de uitspraak kekkikmedoare deed. En daarmee wist dan ook iedereen meteen wie er bedoeld werd.

(Bovenstaande namen zijn zoals reeds vermeld fictief, hebben niets met Ename te maken maar zijn bedoeld om iets van de grote variatie aan oorsprong van lapnamen te laten zien.)

En dan… de mensen van Ename en hun bijnamen

De dorpspomp op het Enameplein. De jongeman links naast de pomp is vermoedelijk Albert Gyselinck (1894-1961) op ongeveer 16-jarige leeftijd. Met deze gegevens zouden we de foto kunnen dateren rond 1910.
De dorpspomp werd vernield door oorlogsgeweld in 1914 (fotograaf onbekend).
(Op de achtergrond is de schoorsteen van de boerderij/stokerij/brouwerij van Gustaaf Rullens te zien.)

Herkenning

Lapnamen waren dé manier om duidelijk te maken over wie men het precies had. Vandaag de dag hebben we een zeer ruime variatie aan voornamen, maar tot de vorige eeuw was dat niet zo. Als we door de geboorteregisters van Ename en de dorpen in Vlaanderen bladeren, dan zien we vaak dezelfde namen terug komen. Kinderen werden vaak vernoemd naar ouders, grootouders, peetouders.
Als we bijvoorbeeld kijken naar de 19de eeuw dan zien we in onze contreien vaak de jongensnamen Joannes Baptiste, Karel Lodewijk en Pieter Francies. En de meisjesnamen Maria, Joanna en Elisabeth. Op een klein dorp woonden dus veel mensen met dezelfde voornaam. Dan spreekt het voor zich dat men iets aan de naam gaat toevoegen.
Zo kent Ename in de 20ste eeuw veel Anna’s: Meutsies Anna, Mietsies Anna, Vinkies Anna, Voskies Anna, Wantsies Anna… En dit zijn slechts enkele van de Anna’s.

charles louis maurice eliot 'les vieilles gens'

‘Les Vieilles Gens’, Charles Louis Maurice Eliot.

Familienamen

In Ename had je bijvoorbeeld ‘Keizers’, ‘Doagers’ en ‘Wallies’. Dit waren dorpsgenoten met de familienaam De Keyzer, D’Haeger en Vande Walle.
We komen ook namen als ‘Bertiezen’ tegen. Hier wordt verwezen naar de voornaam van vader (Bert van Albert, Robert, Norbert, Gilbert…).
Een bekend inwoner van Ename werd ‘Peetse Rullie’ genoemd. U kunt meer over hem lezen in het weblogartikel Gustaaf Jozef Rullens, hereboer en brouwer.

Beroepen

Wat heel vaak voorkwam zijn verwijzingen naar het beroep van de persoon of van diens ouders of andere familieleden. Zo had je in Ename bijvoorbeeld ‘Bakkerze’. ‘Boswachterzen’, ‘Mandemakers’, ‘Kuipers’, ‘Kloefies’ (klompenmaker), Kamies (kamslager, een bewerker van vlas), ‘Kartonkskies’ (kartonk, een paardenknecht), ‘Koetsierkiers’, ‘Kokskies’ (nakomelingen van de kok van het kasteeltje te Ename), ‘Schoenies’ (schoenmaker), ‘Spoelies’ (wever), ‘Koolpetie’ (kolenhandelaar) en ‘Mosselpeetie’ (mosselhandelaar). ‘Konijnevellekesmariezenwitten’ verwijst naar het beroep van huidbewerker en pelsbewerker (3 generaties: ‘de witten’ van ‘Marie’ van ‘Konijnevelleke’).
‘Fieduuze’ zou verwijzen naar het beroep van electricien (we herkennen het Franse woord ‘fil’ draad), maar de meningen hierover zijn verdeeld. Het kan ook zijn dat het lemma ‘fie’ van Sofie afkomstig is.
In Ename werd ooit een jonge boer die afkomstig was uit Volkegem en zich vestigde in Ename, ‘de Nieuwe Boer’ genoemd.
Sommige personen werden geheel vernoemd naar hun beroep zoals ‘den Burgemiester’, ‘de Postmiester’ (en ‘den Ouden Postmiester’!), ‘de Coiffeur’ (deze persoon was destijds de enige kapper in het dorp). Of deels zoals ‘Tieste Boswachter’. Deze personen behielden meestal hun naam voor het leven.
Uitzonderlijk treffen we namen aan als ‘Flupke’. Dit was de naam van de lantaarnaansteker en de naam Flupke is een klanknabootsing.

Belangrijke taken en talenten

Soms verwees de lapnaam niet rechtstreeks naar een beroep, maar naar een belangrijke taak die men uitvoerde. Zo kennen we ‘Pycken’, wat verwees naar ‘kerkbaljuw’. En ‘de Koster’. De gebroeders ‘Poaters’ of ‘Paters’ kregen hun lapnaam omdat er meerdere jongens van het gezin misdienaar en ook ééntje koster waren.
Ook een favoriete bezigheid of talent kon de lapnaam van een persoon bepalen. Bijvoorbeeld wanneer een persoon goed een muziekinstrument bespeelde.

henry ossawa tanner 'the young sabot maker''

‘The Young Sabot Maker’, Henry Ossawa Tanner.

Verkorte vormen

Zowel voornamen als achternamen werden vaak verbogen naar een meestal kortere vorm. Zo kon ‘De Smet’ gewoon ‘Smit’ of ‘Smet’ worden.
Marie-Thérèse kon gewoon ‘Treze’ worden, een dialecte en verkorte vorm. Esther kon ‘Sterre’ worden, een verbastering van de Franse vorm ‘Estère’.
Judocus werd ‘Joos’ en Judoca ‘Josiene’ of ‘Josijne’.
Franciscus werd Francies of Cies, Gustaaf werd Gust of Staf, Henri werd ‘Rietje’, Boudewijn ‘Bolle’ en Petrus ‘Pier’.

Verbastering en dialect

In het Enaamse dialect worden lidwoorden en voorzetsels bij namen al gauw weggelaten. Men had het niet over Witten van de boswachter, maar over ‘Boswachterzen Witten’. Of ‘Champetterzen Henri’ in plaats van Henri van de champetter.
Dezelfde lapnaam kan verschillen qua uitgang al naargelang deze voor een vrouwelijke of mannelijke naam staat (genitivus = tweede naamval). Zo hebben we bijvoorbeeld ‘Katsies Stanse’ (Constance) en ‘Katsiezen Albert’.
En typerend voor ons dialect is de uitgang ‘ie’. In de familie van mijn grootmoeder (met achternaam De Vos) kreeg elk kind het voorvoegsel ‘Voskies’ voor zijn of haar naam.
Zo kennen we in Ename véle achternamen, voornamen en andere: Boaskies, Belzies, Dieskies, Djukies, Dookskies, Duitzies, Goatsies, Gories, Hoedzies, Kaamies, Kerlientzies (Caroline), Kloefies, Kootsies, Makskies, Meutsies, Padies, Patootsies, Pierlootsies, Polies, Roapkies, Slekkies, Sootsies, Sparie (winkel De Spar), Spoelies, Tjeekie, Triepkies, Troeties, Uzekies, Vinkies…… en zo kunnen we nog héél lang doorgaan.

Expressieve namen en naamvervorming

Het is van alle tijden en alle culturen om een voornaam of achternaam te vervormen al naargelang de situatie.
Zo zal men al gauw een voornaam verkorten zoals ik hierboven al beschreef. Johannes wordt Jan of Wannes, Baptiste wordt Tieste. Maria wordt Mietje of Rietje, Justine wordt Stiene.
Een voornaam wordt in onze contreien ook al gauw een koosnaam. Vaak was dat door een verkleinvorm te gebruiken. Joanna wordt Tanneken of Janneken. Alphonse wordt Fonske.
Sommige namen neemt men mee uit zijn kindertijd óf worden juist door kinderen gegeven. Zo had ik een tante die Marie heette, maar omdat ik als heel klein meiske de ‘r’ nog maar moeilijk kon uitspreken, noemde ik haar ‘tante Mimi’ en dat is altijd zo gebleven, voor meer mensen dan voor mij alleen.

arthur hacker 'a difficulty'

‘A Difficulty’, Arthur Hacker.

Meerdere generaties in één naam

Sommige lapnamen omvatten wel drie of zelfs vier generaties in één naam. Zo kennen we uit Ename bijvoorbeeld Boods Toonzen Desirédzen Edgar en Boods Toonzen Desirédzen Fedor = Edgar en Fedor, zonen van Desiré, zoon van Antoon, zoon van Boudewijn.

Familielijnen

Soms wordt een lapnaam via de vrouwelijke lijn doorgegeven (verwijzend naar de voor- of achternaam van moeder of een eigenschap van de moeder) en soms via de mannelijke lijn (vader).
Voorbeeld:  ‘Cietsies’ = de kinderen van Cies of Franciscus / ‘Fientsies’ = de kinderen van Jozefien.
Soms mengen beide lijnen zich en wordt moeder naar haar vader genoemd en haar kinderen weer naar haar en dus naar háár vader (hun grootvader langs moeders zijde). Onze familielapnaam Duimies (familie Bostyn) is een naam die zowel via de zonen als de dochters werd doorgegeven.
Het gebeurde ook dat een schoonzoon of schoondochter de familienaam van de schoonfamilie kreeg. Als voorbeeld in Ename kennen we de naam ‘Brocks’ of ‘Brocqs’, een familienaam van de moeder die doorgegeven werd aan de kinderen en de schoondochter (Brocks Lucie).

Plaatsnamen en afkomst

Ook veel voorkomend zijn verwijzingen naar plaatsnamen. Een voorbeeld uit Ename is ‘Natuzen’, verwijzend naar de Natusdreef.
Iemands afkomst leidde ook meestal tot een lapnaam. Zo woonde in Ename een familie uit Nederland en de man van het gezin werd ‘den ‘Ollander’ (Hollander) genoemd.

Léon Frédéric, Twee Waalse boerenkinderen

‘Twee Waalse boerenkinderen’, Léon Frédéric.

Uitspraken en anecdotes

Wanneer iemand een vast stopwoordje had, kon ook dat zomaar een lapnaam worden. In Ename is de lapnaam ‘Sakkerdommelinge’ bekend, maar deze dorpsgenoot droeg ook de lapnaam ‘Rookske’.
Het gebeurde ook wel dat iemand ooit iets gedaan had en dat dat voorval, die grap of anecdote aan diens naam toegevoegd werd. Zo kennen we uit een naburig dorp de lapnaam ‘Kilo Nagels’. Deze naam werd gegeven aan een man die verliefd was op de dochter van een winkelier in ijzerwaren. Hij kwam graag in de winkel om zijn geliefde te zien, maar op een dag trof hij haar vader achter de toonbank. Dat maakte hem plots onzeker en hij vroeg van ontsteltenis dan maar om een kilo nagels. Deze anekdote heeft hem vervolgens zijn lapnaam opgeleverd.
Uit Ename zelf kennen we Tieste Half Dagwand, de boer Tieste (van Baptist) die een half dagwand land kocht (een dagwand is een oppervlaktemaat).
En Treintse van de Vieren was een dametje (Treintse van Trijn, Catharina) dat elke dag rond vier uur bij haar voordeurtje stond. De kinderen van het dorp, die rond dat uur uit school kwamen, gaven haar deze naam.

Uiterlijk en handicap

Wat gevoeliger lagen de lapnamen die verwezen naar het uiterlijk of de handicap van een persoon. Wanneer men de bijnaam ‘Lange’ of ‘Moustachke’ kreeg, viel alles nog wel mee. Maar ‘den dikken’ was voor de persoon zelf al een stuk minder leuk.
De kleur van het haar werd ook vaak gebruikt voor een lapnaam: ‘witte’, ‘zwarte’, ‘roste’. En natuurlijk de lengte. Zo hadden we in Ename een ‘Lange Gote’ en een ‘Kleine Gote’.
Dan waren er de handicaps als ‘duuve’ (doof), ‘blinde’ of ‘blende’, ‘scheele’, ‘kromme’, ‘manke’… Het hielp dan wel om te weten over welke Jan het ging wanneer men het over ‘Scheele Jan’ had, maar voor de betreffende Jan was het niet fijn om die naam te krijgen.
In Ename woonde een echtpaar met de lapnamen ‘Bulte M* en Manke C*’. M* had een bochel en C* liep mank. Hieruit blijkt maar weer dat een dorpsgemeenschap best hard kon zijn in het geven van lapnamen.
Aan de naam ‘Oepetaais Tilde’ kunnen we zien dat zelfs de manier van lopen kon leiden tot een lapnaam: Mathilde liep met verende passen, een beweging die men bij kleine kinderen beschreef met de uitroep ‘oepetaa!’.
Een voorbeeld van een Enaamse lapnaam in deze categorie uit mijn eigen familie is ‘Duimies’. Onze betovergrootvader liep ooit een ernstige verbranding op aan zijn hand. Hij moest geruime tijd zijn hand in een strak verband dragen. Toen het verband eindelijk verwijderd mocht worden, bleek zijn hand vergroeid te zijn en de duim in een onnatuurlijke positie te staan. Zo ontstond de bijnaam ‘Duimies’. Zijn zonen en dochters kregen ook deze naam. Zo werd onze grootvader René dus ‘Duimies Neetje’ genoemd. Andere takken van de familie werden ‘Duimies Maarie’ en ‘Duimies Scheetie’. Deze lapnaam is een voorbeeld van een lapnaam die enkele generaties lang doorgegeven werd.

Spotnamen en scheldnamen

Helemaal niet fijn voor de persoon, maar iets van alle tijden zijn de spotnamen en scheldnamen. Deze konden te maken hebben met het uiterlijk of de persoonlijkheid van iemand. Maar ook met diens sociale status of iets wat de persoon ooit gedaan of juist niet gedaan had. Een dorpsgemeenschap kon/kan genadeloos zijn wat dit betreft. Van een dergelijke naam komt men niet zomaar af. Zelfs de kinderen en kleinkinderen kunnen nog met de naam van hun voorouder te maken krijgen.

De ‘Tseuf’ namen

In Ename kennen we een speciale groep lapnamen die we de ‘Tseuf’-, ‘Djus’- of ‘Tsjuf’- namen noemen.
Tsjuf (van Jef, Jozef) was een alleenstaande man, verantwoordelijk voor de veerpont (‘den overzet’) in Ename. Hij was bekend om het geven van lapnamen en het voorspellen van de naam van nieuwe herbergen.
Geen van deze cafés kreeg uiteindelijk de naam die Tsjuf voorspeld had, maar telkens een andere naam. Echter… de bewoners van het café werden wél vaak vernoemd naar de naam die Tsjuf gegeven had. De cafénamen zoals bedacht door Tsjuf zijn oorspronkelijk bedoeld als spotnamen.
Dit wetende kunnen we enkele lapnamen van families in Ename verklaren. Voorbeelden hiervan zijn:
– ‘In de Gote’ = lapnaam ‘Gote’
– ‘In de Pierlo’ = lapnaam ‘Pierloots’
– ‘In de Schuite’ = lapnaam ‘Schuities’
– ‘In den Triep’ = lapnaam ‘Triepkies’
– ‘In den Uil’ = lapnaam ‘Uilkies’- ‘In de Grendel’ = alleen de spotnaam voor het café, er kwam verder geen lapnaam voor de personen uit voort

pont ename (1) - kopie

De veerpont of ‘den overzet’ te Ename.

De Enaamse lapnamen

B

Baaske Wille (Willies)
Bakkerze Fielie
Baties Irma
Bauwies
Beaucars
Bekoarts
Belzies (Belzen)
Belzieze Uzen, Krullie, Leo
Bette Oepie
Bezarke
Bertiezen Duulie
Bijlie
Binuzies
Bleekersen Djef
Blikkers Emma
Bliekerzen Dikken
Blende Sies
Blinde Ciesiets Margriet
Boarties Uze
Boartiezen Maurice, Fons, Donné
Boaskies Lies
Bocks Vonne
Boekorts
Boerie
Boerke (Kletsebolleke)
Boerkies
Boer Klopper
Boods Toonzen Desirédzen Edgar
Boods Toonzen Desirédzen Fedor
Borries Vonne
Borstelkies Maria
Boswachters
Boswachterzen Witten
Boswachterzen Vijnie
Botties Jane
Bottiezen Miel
Bottiezen Roger
Bozze
Briekske
Brocks (Brocqs)
Buleke
Bulte Mele (en Manke Charel)
Buskies
Bustelkies Bertha

C

Carolientse
Carolientzies
Cellats
Cenzen Mietie
Champetters Marie, Moniek
Champetterzen Adrien, Henri
Charelzen Vijnie
Cies Tackzen Remi
Ciesiets
Ciesiets Margriet, Roger
Cieskats
Coistsizen Torie
Coiffeur zonder bier

D

De Koster
De Nieuwen Boer
De Vloerder
Den Burgemiester
Den Coiffeur
Den Dikke
Den Dikkent
Den Duits
Den Duven
Den Eiertertere
Den Groenen
Den IJsbeer
Den Hollander
Den Ouden Koster
Den Ouden Postmeester
Den Postmeester
Den Slappen
Dieskies
Djuskies Neetje
Doagers
Doagers Witte
Dookske (Dokie)
Dookskies Neetje
Dooven Pee
Duimie
Duimies Schete
Duimies Neetje
Duimieze Maarie
Duimke
Duimkies
Duitsies
Donders
Duve Pee
Droge Geest
Doagers Treze, Ratte, Witte

F

Fedors
Fideliadzen Witten
Fideliadzen Stonkie, Witten
Fiekskies Stiene, Wieze, Soarie
Fientse Boerzen Staf
Fiedooze
Fieds
Fieduuze (Duzies)
Fieduuze Leon, Maurice, Cecile
Fientse Boerzen Stafs Martha
Fleure Wietie
Fleurs
Fliepkies Leineke
Flipe
Fliepe den Hoaze
Fliepkes Leine
Foelie (en kleine Foeli)
Floezies Poepke
Fluiks
Fluiten Djef
Flupke
Friesta

G

Gaties
Gelladzen Berrie
Getties
Gietebille
Gietzies
Gitte
Goepe Celine, Maine
Gote
Goatsies (Gootsies)
Goatsies Romnie (Romanie)
Goatsies Maria, Madeleine
Godverdolle
Gories Mie
Gote
Gozze
Griete Katte
Guit
Guzze

H

Hansies
Hoedzies Mietje
Hoepetijzies Marie
Hoeppies

J

Jantje de Zot
Jeanks
Joostkies
Joostkies Neetje, Maria

K

Kaamies (Kami)
Kamiels (Kamielkies)
Kakedoelie
Kanteniers Zulma
Kanoarie
Kartonkskies
Kartonkskiezen André, Gust, Severin
Katsies
Katsies Stanse
Katziezen Albert
Kattekops
Katten Angèle
Keizers Muile
Keizerze Prins
Kerliene Adiel
Kerlientzies Marcel, Bertha
Keunie
Klein Mauriske
Kleine Gote
Kleinen
Kletsebolleke (Boerke)
Kletsebollekies
Kletsers
Kletsvories Marie
Kletsvoriezen Nestie
Klodhond
Kloefie
Kloefies Poliet
Kloefieswieties
Kneute
Koenies Rie, Meri, Lee, Wieze
Koetsierkies
Koks
Koolpetie
Kootsies
Kosters (Kosterzen)
Kouterbaron
Kouterkeunink
Kreulieze Vijnie
Kruls
Kuilies
Kuipers (Kuiperkies)
Kuulie
Kuutekasseie
Kwikske

L

Lange Gote
Lange Mantie
Lange Mariëtte
Lauwe Leeze (Leerze)
Lauze Seinie
Leine
Lekkies
Leotsizen Fons
Leuties Fons
Liekskies (Lixkies)
Loeffies
Lootsies
Lugieters Anna
Lutte
Luuskies Zoë

M

Maantse Mantie
Madame den deken
Makskies
Mandenmakerzen Maurice
Mandenmoakers
Manke Charel (en Bulte Mele)
Manke Stanse
Maxkies
Maxkies Maria, Jean
Meesters
Meesters Madame
Meete Mutse
Medamke
Mekske
Meneur
Menskiezen Mageren
Meutsies
Meutsies Anna, Eemlie
Michels Mondsies Mietse
Micholkiezen André
Mielke Sigare
Mielkies
Mielke Fort
Mietsies Anna
Mistanget
Mondse
Monikats Lutte
Montsieze Cyriel
Mosselpeetie
Moustache
Mulders

N

Nardies (Nardiezen)
Natus
Natuzen Fons (of Fons Natus)
Niets
Nordies
Norkies

O

Oepies
Oepetaaike (Tilde Oepetaais)
Olijken Diek
Opieze Karie, Poolie

P

Pade
Padies (Padiezen)
Pareyntsies wijf
Paters
Patootsies
Paulies Jeanne
Paupen Karie
Pautse
Peers
Peetse Gatie
Peetse Plak
Peetse Rullie
Peutse
Peutsies
Pierloots Uzies Witte
Pierlootsies (Pierloots)
Pierr(i)es Eveline
Pietiezen Roger, Ghislain
Piets Mele
Pietzen Dielie (Adiel), Remi
Plaks Cella, Duulie
Poamies Griete
Poamoals
Poaters Clara
Poaterzen Zwarten
Polies Jeanne
Polies Maurice
Polke de Petreetentreekre
Pomen Soa
Praustie
Purtersen Maurice, Remi      
Putiezen Fons, Kamiel
Pycke Rore
Pycken Daniël

R

Roapkies
Radio
Raupie
Raupies Maria
Raupiezen Kotse
Rensies
Rensies Kneute
Rode Planckaert
Roekskies
Roeniezen Nestie
Rookske
Roozies Lies
Roste Polie

S

Safaar
Sakkerdommelinge
Sarie
Scheetiezen
Schijtersen Jef
Schoenies
Schoenmoakerzen Djef, Honoré
Schuities
Schuitieze Miel
Schuppen Mielie, Dielie
Schuuse Planke
Seduurs
Sedeurzen
Sedeurzen Seila
Seveutse
Sieroskie
Sieskats
Sieskies (Buuskies)
Slekkies
Siekskies
Smodderleppe
Sotzies Martha, Torrie
Sootsies
Sparie
Spekke Reetje
Splenters Bertha
Spoade
Spoele
Spoele Tijnie
Spoelies
Spoeliezen Zwarten
Sters
Sterzen Lowie
Stevenies
Steveniezen Miele
Stinksecieze
Strontie
Stroobants
Stuiftiezen Adriën, Marc
Suikerstokske
Suske en Wieske
Suuze

T

Takskies
Takskieze Mielie (Mielke)
Tielie Mineur
Tieste Blok
Tieste Boaze
Tieste Boswachter
Tieste Clerkzen Honoré
Tieste Leks
Tieste Half Dagwand
Tieste Stuik
Tiesties Louise
Tiestiezen Merice
Tipo
Toppie
Torrie Friet
Treeze
Treintse van de Vieren
Triepkies
Trifongzen Albert, Maria
Trifongze Georges
Troele
Troetsies
Trufs
Truyiezen Dikkent
Tschees
Tseuf (Djus, Tsjuf)
Tsjeekies
Tsjeppe
Tsoker
Tsokerzen Dolf

U

Uilkies
Ulleke
Uzekies
Uzies Rence, Meri

V

Van Hauwaert
Van Overloop
Vicksies
Vinken Lerrie, Anna
Vinkies Anna
Voskies Lies, Anna, Maria

W

Walies Sieske, Blanche
Wantiezen Dolf
Wantsies Anna
Welvaarts Janne
Witte Chele
Witte Lewie (Louis)
Witte Lewiets
Witte Lewiets Clothilde
Witte Lewietzen Victor
Witten Hoaze
Witie
Woalies (Woelies)

Z

Zotte Sperie
Zwart Juulke
Zwart Juulkies Lies
Zwarte Lola
Zwart Reetje
Zwarte Fine
Zwarte Rosies Bertha
Zwartzakske

Hieronder volgt een geluidsopname (in twee delen) waarin u de Enaamse lapnamen kunt horen in het Enaams dialect. Daaronder nog enige uitleg bij enkele van de Enaamse lapnamen.

george clausen 'ploughing'‘Ploughing’, Georges Clausen.

Zo klinken de bijnamen in het Enaams dialect

Deze opname werd gemaakt in het kader van de tentoonstelling ‘Collectievissen Ename’ (2016-2017), georganiseerd door het Provinciaal Erfgoedcentrum. De bijnamen van Ename werden ingesproken door Guido Tack.
De opname is in twee delen!

Enkele namen uitgelegd

Ook hier met speciale dank aan Stefaan D’Haeyer voor de rijke informatie in zijn werk ‘De bijnamen in Ename’ (1967-1968). Bijna alle namen zijn overgenomen uit zijn werk.
Ik heb om privacyredenen vele voornamen weggelaten (indien kans op herkenning en zeker in het geval van spotnamen). Zo ook bijna alle achternamen. Mocht u toch bezwaar hebben bij de vermelding van een bijnaam, dan verwijs ik u naar de disclaimer bovenaan dit weblogartikel.

Baaske Wille = waarschijnlijk oorspronkelijk een troetelnaam en afkomstig van achternaam Willems.
Bekaerts/Bekaertzen = nakomelingen van Bekaert (moeders familienaam).
Belzen = oorsprong onbekend, maar misschien afgeleid van de voornaam ‘Isabel’.
Blinde Cies = blinde Francies (Een man die als kind op zondag na het lof in de hooiwei was gaan spelen. Plots schoot men van achter een hooiberg met een karabijn. Het lood kwam in zijn aangezicht terecht en sindsdien was hij blind.)
Blinde Cietsies = nakomelingen van Blinde Cies.
Boer Klopper = boer die grote kloppers (klompen) droeg.
Boerke.
Boerkies = het gezin van Boerke.
Boods Toonzen Desirédzen = nakomelingen van Desiré, zoon van Antoon, zoon van Boudewijn (Boods).
Borstelkies (bustelkies) = nakomelingen van de huisschilder.
Boswachterzen/Boswachters = nakomelingen van Tieste (Baptiste) de boswachter (3 generaties).
Brocqs = gezin van Brocqs (via de moederlijn).
Buleke = een landloper (geen verklaring).
Bulte = vrouw met bult.
Carolientsies/Carolientsiezen = nakomelingen van Caroline.
Cellats/Cellatzies = nakomelingen van Cella (Marcella).
Champetterzen/Champetters = nakomelingen van de veldwachter of champetter (2 generaties). Uit het Frans: ‘Garde Champêtre’.
Charelzen Veini = Sylvain, zoon van Charles.
Ciesietzen/Ciesiets = nakomelingen van Cies (Francies, Franciscus).
Cieskats/Cieskatzies = nakomelingen van Ciska (Francisca).
Coistsiezen/Coistsies = nakomelingen van Cois (François).
De Coiffeur = vroeger één bepaalde persoon die de enige kapper in Ename was.
De Dikke/den Dikkent = zwaarlijvige vrouw/man.
De Franschmans = mannen die seizoensarbeid deden in Frankrijk.
Den Duits = man die seizoensarbeid deed in Duitsland.
Den Burgemiester = de burgemeester.
Den Hollander = kwam uit Noord-Nederland.
De Nieuwen Boer = jonge boer afkomstig uit Volkegem.
De Vloerder = de vloerlegger.
Den Ouden Koster = de vroegere koster (om te onderscheiden van de nieuwe koster).
Den Ouden Postmeester = de vroegere postmeester (om te onderscheiden van de nieuwe postmeester).
Dokie of Dookske = oorsprong onbekend, maar misschien afgeleid van de voornaam ‘Judoka’.
Dookskes = nakomelingen van Dookske.
Dooven = hardhorige man.
Duimke = man met misvormde duim (Een man die als kind zijn hand had verbrand. Men had zijn vuist strak verbonden en toen men later het verband wegnam was de hand als één vleesklomp vergroeid. Enkel zijn duim stak uit.)
Duimies/Duimkies = nakomelingen van Duimke (3 generaties, doorgegeven via vaders- én moederslijn).
Duitsiezen/Duitsies = nakomelingen van ‘den Duits’ (zie hierboven).
Fideliatzen = nakomelingen van Fidelia (‘Fideliatzen Witten’ = blondharige zoon van Fidelia).
Fiedooze/Fieduuze = nakomelingen van Sofie.
Fientse Boerzen Stafs Martha = Martha, dochter van Fien (Jozefien), dochter van Staf (Gustaaf), zoon van ‘boer’.
Fleurie Witi en Fleurs = ? (oorsprong onbekend).
Floezie Poepke = ? (oorsprong onbekend).
Fliepkies = nakomelingen van Filip.
Fluiten = uit café ‘In de Fluite’.
Flupke = de lantaarnaansteker (klanknabootsing).
Foelie of kleine Foelie = zoon van Foelie (geen verklaring).
Gatiezen/Gaties = nakomelingen van Peetse Gatie.
Gelladsen = nakomelingen van Angella.
Goepe = ? (oorsprong onbekend).
Gootsies = nakomelingen van Gote.
Gote = uit café ‘In de Gote’ (Tsjuf-naam: zie hierboven) – Lange Gote, Kleine Gote.
IJsbeer = een jongen die ooit door het ijs gezakt was.
Jeanks = nakomelingen van Jean.
Joostkies = nakomelingen van Joost.
Kami = nakomelingen van de kamslager (vlasbewerker).
Kamielze/Kamielkies = nakomelingen van Kamiel.
Kartonkskies = nakomelingen van de kartonk (paardenknecht).
Katten = uit café ‘De Katte’.
Keuni = man die in het huis waar hij ging wonen een hoeveelheid geld gevonden zou hebben. Hij noemde zichzelf koning, ‘Keuni’. Men vertelt dat de vorige bewoner van dit huis op zijn sterfbed een goede vriend, landbouwer met vele kinderen, zou hebben laten roepen om over het geld te spreken. Maar deze vriend was aan het werk op het veld en kwam te laat. ‘Keuni’ zou dan het geld gevonden hebben, maar hij sprak er zelf nooit over. 
Kletsebollekies = gezin van Kletsebolleke.
Kletsers = ? (geen verklaring).
Kloefies = nakomelingen van de kloefkapper (klompenmaker).
Kneute = oorsprong onbekend, waarschijnlijk een spotnaam.
Koenies/Koeniedzen = minstens 4 generaties lang gebruikt (geen verklaring).
Koetsierkies = nakomelingen van de koetsier.
Koks = nakomelingen van de kok van ‘het Kasteeltje’ in Ename (voormalige proosdij van de abdij).
Koolpetie = de kolenhandelaar (petie = man).
Kosters/Kosterzen = nakomelingen van de koster.
Kuipers/Kuiperkies = nakomelingen van een kuiper of tonnenmaker (2 aparte familielijnen bekend).
Kuulies = nakomelingen van Hercuul.
Kwikske = een mentaal gehandicapt persoon.
Lange = lange persoon.
Lauwe Leeze = landloper, ‘leeze’ van laars (dialect) (geen verdere verklaring).
Lekkies = echtpaar dat wel eens zwarte lekkies bakte.
Leotsizen = nakomelingen van Leotse (diminutief van Leopold).
Lixkies = nakomelingen van Lixke (Alixe).
Lutte = jongen die vaak zijn tong tussen zijn bovenlip en bovenste voortanden hield (‘lutten’ = zuigen).
Mandemakers/Mandemakerzen = nakomelingen van de mandenmaker.
Manke = persoon met onregelmatige looppas.
Manke S* = een alleenwonende vrouw die kinderen in haar huis onderwijs gaf (vóór de schoolplicht). Zij was mank en werd genoemd ‘Manke S* van ’t allerlaagste onderwijs’.
Maxkies/Maxkiezen = nakomelingen van Maxke (Maximiliaan).
Meesters = gezin van de onderwijzer.
‘Meesters Madame’ = echtgenote van de onderwijzer.
Meneur = man die nogal kon bluffen (vervorming van ‘meneer’).
Meutsies = nakomelingen van De Meue (via de moederlijn).
Mondsies Mietse = Mietse (Maria), dochter van Mondse (Edmond of Raymond).
Miets = kinderen van Melanie.
Mietsies = nakomelingen van Mietse (Maria).
Monikats = nakomelingen van Monica.
Mosselpetie = de mosselverkoper (petie = man).
Nardies/Nardiezen = nakomelingen van Nardie (Leonard), minstens 4 generaties lang.
Natuzen Fons of Fons Natuus = de betovergrootvader van Fons (Alfons) heette Donatus. Donatus woonde in de Natusdreef (‘Natuzendreve’) waar toen maar één huis stond: het huis van Donatus. Zijn nakomelingen werden ‘Natuzen’ genoemd.
Olijken Diek = een olijk persoon (geen verdere verklaring).
Pade = kleine man met bult en grauwe huid.
Padiezen = nakomelingen van Pade.
Paters/Paterzen = een zus en drie broers die Paters genoemd werden omdat de jongens misdienaars waren en één ook koster werd.
Paulies = nakomelingen van Paulie (Paul).
Pautse = ? (oorsprong onbekend).
Peetse Gati = ‘peetse’ (verkleinwoord van petie = man). Deze persoon zou overal verteld hebben dat hij zijn geld verbrast had en men zei daarom dat hij ‘met zijn gat blootgelegd’ was.
Peetse Plak = man die grote schoenen droeg en platvoeten zou hebben gehad.
Peutse = een arme man die vaak dronken was en dan dansend naar huis sukkelde (oorspronkelijk misschien bedoeld als troetelnaam) – ook wel ‘Peutse met zijn zeven kindjes’ genoemd.
Pierloots = uit café ‘In de Pierlo’ (Tsjuf-naam: zie hierboven) – of afgeleid van vadernaam Pierloo, een expressieve vorm van Pier (Pieter), voor een persoon afkomstig uit Mater.
Pierres = nakomelingen van Pierre.
Pietzen = nakomelingen van Piet of Pieter.
Plaks/Plakzen = nakomelingen van Peetse Plak (zie hierboven).
Polies/Poliezen = nakomelingen van Polie (Napoleon).
Raupie/Raupiezen = nakomelingen van Raupie (herkomst onbekend).
Raupke = van ‘raupe’ (raap) of het werkwoord ‘raupen’ (rapen).
Rencies = nakomelingen van Rence (Florence) (Rencies Kneute = herkomst ‘kneute’ onbekend).
Roste = persoon met rood haar.
Safaar = man die op café altijd een ‘safarke’ dronk (limonade).
Sakerdommelinge = man die vaak de krachtterm ‘sakkerdommelinge’ gebruikte.
Schijterzen J* = man die regelmatig in zijn broek deed wanneer hij dronken was.
Schoenies = gezin van de schoenmaker.
Schuities = uit café ‘In de Schuite’ (Tsjuf-naam: zie hierboven).
Sparie = uit winkel ‘De Spar’.
Spoele = twee broers die wever waren.
Spoelies/Spoeliezen = nakomelingen van Spoele.
Sters/Sterzen = nakomelingen van Esther (Estère).
Strontie = man die eens in zijn broek gedaan had toen hij dronken was. Men zou hem zijn broek hebben uitgedaan om deze dan binnenstebuiten weer aan te trekken.
Suikerstokske = een bejaarde, magere man.
Tackskies = met de achternaam Tack (via de moederlijn).
Tieste Boswachter = de boswachter.
Tieste Blok = idem Tieste Half Dagwand en Tieste Stuik (zie hieronder).
Tieste Half Dagwand = een boerenknecht die zijn geld opspaarde om nu en dan een stukje land te kopen zodat hij als zelfstandig landbouwer kon gaan werken (een dagwand is een oppervlaktemaat).
Tieste Stuik = man die eens een ‘stuik’ (bundel) koren zou gestolen hebben.
Tiesties = nakomelingen van Tiest (Jan-Baptist).
Tilde Oepetaais 0f Oepetaaiske = een vrouw die verend stapte – ‘oepetaai’ is een uitroep uit de kindertaal, gebruikt bij het maken van een sprongetje.
Toppi = ? (oorsprong onbekend).
Torrie Friet = de uitbater van een frituur.
Treintse van de Vieren = vrouw die elke dag rond vier uur in haar deuropening kwam staan. De kinderen die op dat tijdstip van school kwamen, gaven haar deze bijnaam.
Triepkies = uit café ‘In den Triep’ (Tsjuf-naam: zie hierboven).
Troele = ? (oorsprong onbekend).
Truyizen = met de achternaam Truyen.
Tsjeekies = ? (oorsprong onbekend).
Tsjoker/Tsjokerzen = ? (oorsprong onbekend).
Uilkies = uit café ‘In den Uil’ (Tsjuf-naam: zie hierboven).
Uzies = nakomelingen van Uze (Eugenie) (Pierloots Uzies Witte).
Vicskies/Vicskiezen = nakomelingen van Vicske (Victor), minstens 4 generaties lang.
Wantsies/Wantsiezen = nakomelingen van Wantse (Johannes).
Welvaarts = uit winkel ‘De Welvaart’.
Witi = misschien van Louis.
Witte = persoon met wit haar.
Witte Louisdzen/ Witte Louistz = nakomelingen van witte Louis.
Zotte S* = man met een psychiatrische stoornis.
Zwart Juulkies/ Zwart Juulkiezen = nakomelingen van ’t zwart Juulke (uitspraak ook ‘zuulke’).
Zwarte F* = vrouw die zich zelden waste.
Zwarten = persoon met zwart haar.

4 gedachtes over “Lapnamen in Ename

  1. De persoon links van de pomp is volgens mij mijn grootvader Albert Gyselinck (1894-1961), hij zal hier ongeveer 16 jaar zijn. Het bovenstuk van de pomp staat nu tegenover het marktkruis opgesteld.

    Geliked door 2 people

    • Beste Ives, ook hier dank voor uw aanvulling. Vindt u het goed dat ik de naam van uw grootvader toevoeg aan de foto? Ik zal erbij vermelden dat dit niet helemaal zeker is, maar dat het mogelijks Albert Gyselinck is.

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s