Karel Bevalig, een vondelingske.

~~ geschreven door Ilse Bostyn / gedicht ‘Vondelingskens’ door Alice Nahon

vondeling kopie

Soms kom je in de bevolkingsregisters een inschrijving tegen die je een traantje doet wegpinken… En dan ga je dus verder zoeken… en zoeken… en zo vond ik…

‘Het verhaal van kleine Karel.’

Op 15 december 1835 om 6 uur ’s avonds werd in Gent een klein ‘menneke’ geboren en te vondeling gelegd ‘in de rolle’ van het vondelingenhuis.
Hij leek 2 weken oud te zijn en kreeg daarom als geboortedag 1 december toegewezen. Als achternaam koos men ‘Bevalig’.
Vondelingen werden vernoemd naar de plek waar ze gevonden werden of naar een gebeurtenis die plaatsvond toen ze gevonden werden of naar een attribuut wat ze bij zich droegen of… ze werden vernoemd naar de indruk die ze maakten op de vinders en verzorgers. Zo krijg je namen als Victoria Schoonheyd, Cornelis Liefkind, Clementina Goedereuck… en Carolus Bevalig.

De kleine Carolus of Kareltje was gekleed in een katoenen ‘hemde’, een rode lijfrok met gele en blauwe bloemen, een halve wollen halsdoek, een rode katoenen muts met gele en blauwe bloemen en was gebundeld in een blauwe doek van lijnwaad.

Sommige vondelingen werden teruggehaald door de ouders (gemiddeld zo’n 11% van de vondelingen rond 1830). Maar Kareltje niet. Hij bleef ‘toebehoren aan de Gentse gasthuizen’.
Hij was wel één van de ‘gelukkigen’ die de zuigelingenleeftijd overleefde. De meeste vondelingen werden niet oud. Ze stierven al heel jong door slechte levensomstandigheden, te weinig voeding, geen sterke gezondheid… en als vondeling miste je de warmte van een gezin, iets wat een kind zo nodig heeft om te overleven.
‘Ze bloeiden niet’, werd er gezegd. Nee… natuurlijk niet… Hun tere leventjes begonnen al heel onfortuinlijk.

Maar Karel overleefde. En hij werd ‘geplaatst’.
Meestal kwamen de kindjes terecht bij arme gezinnen op het platteland of bij arbeidersgezinnen in de stad. Als je als gezin voldeed aan de voorwaarden, dan kon je zo’n kindje ophalen. Je kreeg dan een vergoeding, wat inkomen betekende in een armer huishouden. En wat zeker een grote rol speelde: als het kindje wat groter werd, had je een extra werkkracht die hielp geld in het laatje te brengen voor het gezin.

Kareltje kwam terecht in Ename. In het gezin van Francies Weyts, dagloner van beroep. Ik hoop dat Kareltje daar een warm huisje gevonden heeft bij mensen die van hem zijn gaan houden.

Elk jaar in april kreeg hij kleding van het burgerlijk gasthuis in Gent. Kareltje groeide.

Hij heeft echter niet lang in ons mooie dorp gewoond. Toen hij drie jaar oud was, overleed hij. Dagloner Francies Weyts (toen 57 jaar oud) en dagloner Adriaen De Rijcke (toen 50 jaar oud) kwamen zijn overlijden melden aan schepen Edmond Beaucarne, officier van de burgerlijke stand in Ename.
Kareltje is in de woonst van Francies Weyts gestorven. Op 13 april 1838 om elf uur ’s avonds.

Beide dagloners gaven aan geen ‘bestandsel’ (bloedverwanten) van het kind te zijn. Het kind behoorde toe aan de burgerlijke gasthuizen van Gent. Zijn overlijden is dan ook daar in de boeken opgetekend.
Een zakelijk kille vermelding in het overlijdensregister en één zin in het vondelingenregister: ‘dit kind is overleden’. Meer niet. Was Kareltje ziek? Kreeg hij een ongeluk? Daar zullen we nooit achter komen.

Veel vondelingen ‘verdwenen’ op zo’n manier in de registers. Wat overblijft zijn officiële aantekeningen, áls dat al gebeurde.

Wie was Karel? Wie waren zijn ouders en waarom werd hij te vondeling gelegd? Hoe zag Karel er uit? Bevallig… een ‘schoon kindeke’.
Had hij een lieve voedster die meer voor hem deed dan hem een beetje melk geven? En toen hij eenmaal opgehaald werd… heeft hij een veilige thuis gevonden in Ename? Waar ergens in het dorp stond het huisje van Francies Weyts? Waar heeft de kleine Karel gespeeld in het dorp? In de straat voor zijn huis wellicht en in de kouter. Misschien ging hij, zo jong als hij was, al wel mee naar ’t land waar zijn pleegouders moesten werken?

Het verhaal van Kareltje liet me niet los en dus geef ik hem vandaag in 2018, 180 jaar na zijn sterven, toch maar dit kleine beetje aandacht en erkenning.

Karel Bevalig, één van Enames kinderen, jong gestorven maar niet vergeten.

karel bevalig 2De inschrijving van Karel Bevalig in het vondelingenregister van Gent,
met als laatste zin de vermelding van zijn overlijden.

karel bevalig 1De inschrijving van het overlijden van Karel
in het register van de burgerlijke stand van Ename.

‘Vondelingskens’, gedicht van Alice Nahon.

Vondelingskens.

‘k Vond z’in Vlaanderen, waar geen hand
Zegent d’idealen…
Waar men, als een vreemde, bant
D’eigen zoete tale.

‘k Vond ze, waar geen zachte stem
Door m’n zuchten streelde…
‘k Vond ze ver, heel ver van hem,
Ver van alle weelde.

In ’t vertellen van wat wind…
’t Rits’len van de hagen…
In de kijkers van een kind…
’t Scheem’ren van de dagen…

‘k Vond z’in ’t eigen stil gedacht…
In wat bloemen-zegen…
‘k Vond ze, spelend langs de gracht
Van verlaten wegen…

Zoudt ge weelde vragen toch
Van die schaam’le dingskens?
’t Zijn geen rijke kind’ren, och,
’t Zijn maar vondelingskens.

An Echo Azure Butterfly (Celastrina echo) on Forget-me-not Flowers

4 gedachtes over “Karel Bevalig, een vondelingske.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s