De veerpont van Ename

~~ geschreven door Ilse Bostyn / met dank aan Filip Verstraeten (foto Enaamse veerpont), Guido Tack (oral history en boek ‘12000 jaar Bos t’Ename’), Daniël Pletinckx en Visual Dimension bv, Maurits Karreman, Leen Provost, Marc Maryns, Didier Descamps, Eddy Vanden Haute en Walter De Bock

Een foto uit 1850

In de facebookgroep van ons dorp Ename delen we regelmatig oude dorpsfoto’s en verhalen over Ename ‘toen en nu’. Dat levert een schat aan herinneringen op, waar we samen telkens weer van genieten.
In december 2020 deelde Filip Verstraeten een wel heel bijzondere familiefoto met ons.

Het veerpont van Ename, met de familie Verstraeten, veermannen van Ename (foto Filip Verstraeten).

De foto werd gemaakt in 1850 en is, voor zover ons bekend, de enige foto van het oude veer van Ename. Er zijn recentere foto’s van de Enaamse veerpont, maar die stammen uit de periode dat ‘de nieuwe Schelde’ al aangelegd was (zie hieronder voor meer info). Deze foto toont de veerpont op zijn oorspronkelijke locatie aan ‘de oude Schelde’, de riviermeander die rakelings langs de dorpskern liep. Ruim 50 jaar voordat deze oude Scheldearm werd doorgeknipt en er een veer op de nieuwe Scheldearm werd voorzien.

Op de foto zien we de veerman van toen, een voorouder van Filip Verstraeten. We mogen uit de informatie van de familie Verstraeten en uit genealogische gegevens afleiden dat hier een deel van het grote gezin van veerman Verstraeten poseert voor de foto. Daarover hieronder meer.

Op de achterkant van de ingelijste foto is een notitie aangebracht waarop staat: “Watermolen en veerpont “Abdij Ename” . Uitbaters familie Verstraeten – Anno 1850. Dit is eigendom van Verstraeten Rigobert.” 

Interessant om op te merken is dat op deze foto het oude tuinpaviljoen van de Sint-Salvatorabdij te zien is (het gebouwtje met mansardedak, links op de foto). Dit werd omgebouwd tot watermolen, dewelke gevoed werd door de dorpsbeek en een deel van de Lange Gracht als spaarvijver had.
Het witte huis rechts op de foto was een boerenhof. Dit vinden we terug op kaarten uit de 19de eeuw. Was dit tevens de woning, herberg en veerhuis van de familie Verstraeten? Dat is ons nog niet helemaal duidelijk.

De oude Scheldearm werd uiteindelijk dichtgegooid. Men gebruikte een deel ervan een tijdlang als ‘stort’ (vuilnisbelt) voor het dorp. Later werden op deze plek de scoutslokalen van de VVKSM Ename gebouwd.

Huidige situatie van dezelfde locatie als de foto van 1850 (foto Daniël Pletinckx).

De familie Verstraeten en haar veermannen

Op 25 juli 1787 werd Petrus Livinus Verstraeten gedoopt in de Sint-Baafsparochie te Gent. Hij was de zoon van Cornelis Livinus Verstraeten en Catharina Josepha Van Geem. Wanneer de 28 jaar oude Petrus Livinus op 25 april 1816 huwt met de 18 jaar oude Enaamse Amelia Vincart (geboren op 3 oktober 1797) blijkt hij volgens de huwelijksakte al in Ename te wonen. Was hij hier gekomen voor zijn bruiloft of woonde hij al een tijdje hier? We weten het niet. Zijn moeder woonde op het ogenblik van de bruiloft in Bottelaere, zijn vader was aldaar reeds overleden.

Iedere ingeschrevene in de registers van de burgerlijke stand wordt vermeld met zijn of haar beroep. Petrus Livinus krijgt, net als zijn moeder, de vermelding ‘particulier‘ mee. Een ‘particulier’ of ‘bijzondere’ (Nederlandse vertaling) is iemand die financiële zelfstandigheid bezit. Men noemt de occupatie ‘bijzondere/particulier’ ook wel ‘het beroeploze beroep’. Dit wil echter niet zeggen dat zij niet werkten. Al kon dat wel het geval zijn indien men leefde van eigen bezittingen, erfenis, rente of dergelijke bron van inkomsten. Particulieren waren mensen die konden rondkomen van eigen bezittingen of een zelfstandig beroep. Zij waren niet afhankelijk van een inkomen in dienst van overheid of bedrijf.
Amelia Vincart was, op het ogenblik van haar trouwen met Petrus Livinus, spinster te Ename.

Vanaf dan worden zij samen vermeld als ‘herbergiers’. Een beroep dat past bij het ‘particulier’-schap van Petrus Livinus.

Petrus Livinus en Amelia krijgen tussen 1816 en 1840 zeventien kinderen: Catharina Josepha (1816), Philip (1818), Desiderius (1820), Clementina (1822), Petrus (1824), Joannes Josephus (1826), Theodorius (1828), Mathildis (1831), Charles Josephus (1833), Richardus Antonius (1835), Joannes Baptista (1837), Joannes Leopoldus (1838), Virginia (1839), Ivo (1840), een doodgeboren meisje (1843), Desiderius (1844) en een doodgeboren jongetje (1845).
Voor zover ik kon achterhalen zijn vier kinderen op zeer jonge leeftijd overleden, twee werden doodgeboren en één stierf op 24-jarige leeftijd. Doodgeboren kinderen kregen in de officiële Registers van de Burgerlijke Stand geen naam. Zij werden vermeld als ‘doodgeboren’.

(Opmerking: dit is geen volledig genealogisch onderzoek, er komen mogelijk nog aanvullingen.)

In 1837 zien we voor het eerst het beroep ‘veerman’ opduiken bij de naam van Petrus Livinus. Dit is bij de aangifte van de geboorte van zijn zoon Joannes Leopoldus. Vanaf dan wordt hij afwisselend vermeld als ‘herbergier’ en ‘veerman’. We kunnen daaruit afleiden dat hij beide beroepen combineerde.
Dit is een veelvoorkomend gegeven in die tijd: de veerman was in veel gevallen tevens herbergier. Want reizigers over het water, schippers en schiptrekkers zochten onderweg graag verpozing en rust in een herberg. Soms bleef men daar ook overnachten en kregen de dieren (bijvoorbeeld de trekpaarden) een stal voor de nacht. Of dit laatste ook het geval was bij de familie Verstraeten is mij niet bekend.

Op 23 juni 1845, een maand na de geboorte van hun laatste (doodgeboren) zoontje overlijdt Petrus Livinus. Hij werd 59 jaar oud.

Zoon Jan Jozef volgt vader Pieter Lieven op als veerman

Zoon Joannes Josephus neemt het stokje over van zijn vader en werkt door als veerman van Ename.

Op 11 oktober 1884 overlijdt Amelia Vincart. Zij werd 87 jaar oud. In de 19de eeuw was dit een zeer respectabele leeftijd. Zij maakte de omwentelingen van de Franse Republiek en het ontstaan van de Belgische Staat mee, zij zag meerdere van haar kinderen en kleinkinderen overlijden in deze woelige eeuw waar bittere armoede en ernstige epidemieën Vlaanderen en zeker ook ons dorp teisterden.

Haar overlijdensakte vermeldt dat zij overleed in haar woning in de Veerstraat te Ename. Ook in de Bevolkingsregisters van Ename zien we dat Amelia met enkele van haar kinderen in het straatje naar de oude Schelde is blijven wonen. Hieronder meer uitleg over deze straat.

Het Enaamse veer

De geschiedenis van het Enaamse veer gaat ver terug in de tijd. Hierover uitweiden zou ons te ver leiden. Maar ik deel hier de tekst van een historisch document waarin te lezen is dat de prelaat van de Sint-Salvatorabdij van Ename het recht krijgt om een veer op de Scheldemeander te Ename uit te baten. Hij mocht daartoe ‘staken’ planten op beide oevers en daartussenin een ‘lijn of koord’ spannen.

Mijn voorseide heere den Prelaet vermach privative te legghene een feerscip ende ponte te Eyname, van den eenen boorde van de voors, riviere van der Scelden totten anderen ende van alle lieden overvaerende feerscat te ontfane ofte in zynen name te doen ontfane ende omme tzelve feerscip ende ponte overe ende wedere twatere te bringhene ende leedene, vermach over tgheheel watere, te sperrene eene lyne ofte coorde, vaste makene ende sperreene over twatere, vermach daertoe over elcke zyde van de zelve riviere van de Scelden daert oorboorlickx ende de passaghe bequamt es, te lande alzulcke staken als toe behoufvelic zyn te plantene, rechtene ende houden staende ende om dat myn voorseide heer Prelaet daerinne ofte in andere zaken neven tcloostre op de zyde van Eyne gheen impessement ofte onghebruck ghedaen en zoude werden, zo es by Philips, Grave van Vlaendren ende Viermandoers ene by de aelmoesene van de heere van Eyne, den prelaet van der kercken ende couvente van Eyname ghegeven ende toegheleyt zeker quantiteyt van lande (1181) – Gerard van handast.
(Uit ‘Notice Historique sur la Commune d’Eename’, 1e partie – Documents / Rechten ende Costumen van de heerlichede van Eename / par Edmond Beaucarne.)

Visualisatie van het veer te Ename circa 1665 (Visual Dimension bv & Daniël Pletinckx).

Hierboven zien we een visualisatie gemaakt door Daniël Pletinckx en zijn team van Visual Dimension Erfgoedpresentatie. Een impressie van hoe het veer bij Ename er circa 1665 moet hebben uitgezien. Hierbij mag ik een opmerking toevoegen: ten tijde van het maken van de presentatie was nog niet bekend of het veer in Ename beschikte over een volledig drijvend ponton of een vast aan de oever liggend ponton. Nu we de foto van Filip Verstraeten hebben, kunnen we duidelijk zien dat het veer (in ieder geval in de 19de eeuw) een drijvend ponton bezat.
Op de visualisatie hieronder zien we duidelijk het veer en het pad dat daar naartoe leidde. Deze visualisatie is gebaseerd op gegevens van rond 1730.

Visualisatie van de Sint-Salvatorabdij en dorpskern van Ename

Het veer van Ename, van abdijhanden in staatshanden

Guido Tack, auteur van het boek ‘12.000 jaar Bos t’Ename’ (onder andere) en oral history deskundige, vertelt ons het volgende:

Het veer vormde een leen van de abdij. Tot het leen behoorde ook het gebruik van het veerhuis en het recht om de staken die nodig waren om het veer te bedienen te mogen kappen in het Bos t’Ename. Na de Franse Revolutie ging het veerrecht over naar de staat. Het werd nu openbaar verpacht. Het verslag van de verpachting uit 1810 leert ons dat de afmetingen van de veerboot toen 10,8 x 3,6 m bedroegen. Dat lijkt me ongeveer overeen te komen met wat we veertig jaar later zien op de foto van 1850. Het ponton bood in 1810 plaats aan 70 personen of 8 paarden of runderen. Het type boot op de foto wordt een (he)eemer genoemd, een Vlaams boottype dat ook werd gebruikt als licht vrachtschip of als vissersboot (waarbij men de vis in leven hield in een b(e)un, een met water gevuld compartiment).

Het veerhuis met veerpont ‘Het Haagsche Schouw’
– schilderij van Paulus Constantijn la Fargue (1729-1782).

De vele namen van de Sint-Salvatorstraat

In de loop der tijden heeft het smalle straatje dat van het dorpscentrum naar de plaats van het oude veer loopt meerdere namen gekregen. Zo zien we op de Popp-kaart (kadasterkaarten 1842-1879) de naam ‘Pontweg’ staan. De Bevolkingsregisters van Ename benoemen de straat ‘Scheldestraat‘, ‘Rue de l’Escaut’, ‘Veerstraat’ en ‘Pontstraat’. De Atlas der Buurtwegen (1841) duidt de straat aan als ‘Chemin nr. 2’.

Voor een schoolopdracht in het schooljaar 1962-1963 tekende de toen twaalfjarige Leen Provost een kaart van Ename. Op die kaart kunnen we zien dat de Veerweg in die tijd nog Scheldestraat genoemd werd. Ik mag hier een opmerking van Leen aan toevoegen: de Scheldestraat ligt op haar dorpskaart niet op de plaats waar deze in werkelijkheid lag. De straat hoort tussen de vermelding ‘kloosterschool’ en ‘puin van de vroegere abdij’ te liggen.
Uiteindelijk kreeg het straatje de naam Sint-Salvatorstraat en de reden daartoe is duidelijk: dit is de weg die van de dorpskern niet alleen naar de Enaamse veerpont liep, maar ook naar de beroemde Sint-Salvatorabdij van Ename.

Hoe werkt een veer?

Schipper van ‘de Vier Vaargetijden’ en deskundige ter zake Maurits Karreman deelt met ons zijn gedachten over de werking van het veer te Ename en het feit dat er met een drijvend ponton gewerkt werd.

De Schelde is op dat moment nog onderhevig aan verschillende waterstanden. Vandaar dat vaak gebruik wordt gemaakt van een ponton dat waterstanden kan compenseren. Voor het overzetten van personen gebruikt men de boot, maar voor het overbrengen van dieren en groot materiaal moest men het ponton gebruiken. Wat ik er aan kan herkennen zijn de twee verticalen ‘rechts’ op de boot. De hoogste (witte) van de twee is de geleider waar de kabel doorheen gaat. Deze zorgt er dus voor dat de boot niet weg kan, alleen heen en weer. Iets er voor zie je een donkere staak. De helmstok. Deze wordt door de veerman naar beneden geklapt en bedient het roer. Door het roerblad naar één zijde te draaien wordt de boot naar de overkant geduwd door de stroming. Aan de overzijde wordt het blad weer in een neutraal stand gezet en blijft de boot liggen. Als hij terug moet wordt het blad andersom in de stroming gezet waardoor de boot door de stroming weer over de rivier geduwd wordt. Is de boot weer op zijn plaats dan wordt met de kaapstander (in het huisje iets boven links van die mensen) de kabel gevierd tot hij op de bodem van de Schelde ligt en zo kunnen de schepen vrij hun weg over de Schelde volgen. Moet de veerboot over dan zal de veerman de kabel weer spannen. Is er in de zomer geen stroom, dan wordt er geroeid. Dit systeem bestaat eigenlijk nog, maar iets meer gemoderniseerd.

De ‘overzet’ van Ename in 1850 met boot en ponton (foto Filip Verstraeten).

De oude Scheldemeander verdwijnt

In het begin van de 20ste eeuw wordt de oude Scheldearm doorgeknipt. Men trekt de rivier in een recht stuk door vanaf het sas bij Oudenaarde. Hector, geboren in 1892, vertelt in een opgenomen interview over deze ingrijpende werkzaamheden. Ze vonden plaats tijdens het tweede jaar van zijn werk in de steenbakkerij. Hij was toen 12 jaar. Een simpele rekensom brengt ons dan op de jaren 1904-1905.
Het interview met Hector kunt u hier beluisteren: https://enamemijndorp.com/2020/11/10/hector-vertelt/

Om een indruk te geven van hoe de oude Scheldemeander liep, plaats ik hieronder een uitsnede van de kaart van Ename uit het Primitief Kadaster (1830-1831). Op de kaart werd de ‘overzet‘ duidelijk aangegeven.

Ename in het Primitief Kadaster van 1830-1833 (foto Ilse Bostyn – bron Rijksarchief).
Het veer van Ename op de nieuwe Scheldearm begin 20ste eeuw (foto Pius Verhegghe).

Het mag duidelijk zijn dat het dorp een zeer nauwe band had met de Schelde en met alles wat op en rond de rivier gebeurde, gezien de meander rakelings langs de dorpskern liep. Met het rechttrekken van de Schelde heeft het dorp veel voeling met de rivier verloren. Het leven op de rivier gebeurt nu allemaal iets verder weg. Een veerpont hebben we hier in Ename niet meer nodig. Ename kreeg een brug van staal, in de volksmond ‘d’IJzerie Brugge’ genoemd. Deze brug werd een paar keer vernieuwd. Uiteindelijk werd de Schelde ingrijpend gekalibreerd (verdiept en verbreed) en werd in Ename een nieuwe brug gebouwd, de Lotharingenbrug.

Om aan te tonen hoezeer de situatie rond de Schelde veranderd is in 1903-1904 plaats ik hier nog drie uitsnedes van respectievelijk de topografische kaarten van 1861, 1884 en 1910. Op deze laatste kaart is de doorgeknipte oude Scheldearm en het rechtgetrokken stuk ‘nieuwe Schelde’ goed te zien. De toestand van het gebied zoals op de kaart van 1910 blijft onveranderd tot zeker 1940.

De mensen op de foto

Na het verzamelen van de genealogische gegevens van de familie Verstraeten (een nog incomplete studie) en enig opzoekwerk in de Enaamse Bevolkingsregisters, kom ik tot de voorzichtige conclusie dat de personen op de foto waarschijnlijk Amelia Vincart en vijf van haar kinderen zijn. En natuurlijk mogen we de trouwe viervoeter niet vergeten!
In 1850 was de oude veerman Petrus Livinus (Pieter Lieven) Verstraeten niet meer in leven (hij overleed zoals hierboven vermeld in 1845). Dus zal de veerman op deze foto zijn zoon Joannes Josephus (Jan Jozef) zijn.
Het bevolkingsregister van 1847-1867 (hetwelk het jaartal van de foto overlapt) beschrijft dat het gezin van Amelia Vincart nog acht van haar kinderen en twee andere familieleden telt. Het bevolkingsregister van 1867-1887 beschrijft zes inwoners van het huis aan de Rue de l’Escaut: Amelia met twee dochters en drie zonen. Precies conform de personen op de foto…
Helaas zullen we nooit volledige zekerheid hebben over wie wie is op de foto. Behalve wellicht de dame op de stoel. Amelia Vincart?

De familie Verstraeten op de veerpont van Ename (foto Filip Verstraeten).

Een link met de Enaamse lapnamen?

Een studie uit 1967-1968 van Stefaan D’Haeyer over de bijnamen van Ename vermeldt de zogenaamde ‘Tsjuf-namen’ en hun oorsprong.
Tsjuf (van Jef, Jozef) was bediener van de veerpont (‘den overzet’) in Ename. Hij was bekend om het geven van lapnamen en het voorspellen van de naam van nieuwe herbergen.
Geen van deze cafés kreeg uiteindelijk de naam die ‘den Tsjuf‘ voorspeld had, maar telkens een andere naam. Echter… de bewoners van het café werden echter wél vaak vernoemd naar de naam die Tsjuf gegeven had. De cafénamen zoals bedacht door Tsjuf waren oorspronkelijk bedoeld als spotnamen.

Tot dusver wist niemand meer wie deze ‘veerman Jef’ was. Maar met alle nieuwe gegevens die na het ontdekken van deze foto naar boven kwamen, durf ik wel een beetje aan ‘invulkunde’ te doen en voorzichtig te stellen dat Joannes Jozef Verstraeten hoogstwaarschijnlijk deze vindingrijke veerman Jef (‘Tsjuf’) is.

Over de Enaamse lapnamen kunt u lezen in dit artikel (met geluidsopnames): https://enamemijndorp.com/2018/02/08/lapnamen-in-ename

Ten slotte… de foto

De foto van het Enaamse veer uit 1850 is om meer dan dorpshistorische redenen zeer waardevol. Ook vanuit het oogpunt van de fotografie is deze foto zeer bijzonder.
Waar men al jarenlang bezig was met het ontwikkelen van een manier om een afdruk (een foto) te maken van een beeld, was het slechts tegen het midden van de 19de eeuw mogelijk om met de ‘camera obscura’ op stap te gaan en op buitenlocaties foto’s te maken.
In 1847 publiceert de Franse fotograaf Louis Désiré Blanquart-Evrard zijn uitvinding ‘de albuminedruk’. Daarmee konden negatieven direct worden afgedrukt op papier. Een enorme vooruitgang. De afdrukken kregen na behandeling met goudtoon een warme tint. Dit procedé werd vanaf 1855 heel populair.
Frederick Scott Archer, een Brits uitvinder, bedacht in 1850 het ‘collodiumprocedé’. Hij gebruikte daarbij glasplaten als negatief.

Het is mij niet duidelijk welke techniek voor de foto van het Enaamse veer gebruikt is, maar het staat vast dat dit een heel oude en waardevolle foto is.

Met veel dank aan Filip Verstraeten voor het bekend maken van deze unieke foto!