Ibo, een Friese handelaar in Ename

~~ met dank aan de Erfgoedsite Ename – pam Ename en conservator Marie-Claire Van der Donckt met dank aan Maurice Cornelis, medewerker pam Ename / script en foto’s Feesttafel: pam Ename / foto’s visualisatie portus en video ‘Ename harbour in 1015’: Visual Dimension bv & Daniël Pletinckx / korte historische duiding: Ilse Bostyn

Ibo, de handelaar uit Friesland, aan de Feesttafel in het pam Ename
(foto pam Ename).

Ibo vertelt

Vanmorgen heb ik mijn boot aangemeerd aan de kade van Ename, in de schaduw van de burcht. Ik ben content dat ik mijn kostbare waar veilig en wel helemaal tot hier gekregen heb.
De Schelde is geen gemakkelijke stroom, weet u. Stroomopwaarts komen we amper tien, vijftien mijlen per dag vooruit. Een beetje meer als ik alle zeilen kan bijzettten. Een beetje minder als de mannen moeten roeien.

Ik ben Ibo uit Fryslan, land van meren en bossen. Mijn familie is te Tiel gebleven. Ik kom van ver.
Bij Keulen heb ik mijn schuit volgeladen met de beste waar van het Rijnland: het Duitse aardewerk met zijn kunstige motieven, geliefd bij vrouwen met stijl. De echte, onverslijtbare molenstenen uit het Eifelgebergte. En zachte wijn van de Moezel.
Te Tiel heb ik mijn voorraad verrijkt met Fries laken van eerste kwaliteit en gezouten haring uit de Zuiderzee.

En al heb ik zware tol moeten betalen in de nederzettingen van Antwerpen en Gent, toch zijn mijn prijzen billijk. Omdat u het bent. Want uw heer, de Graaf van Ename, is een van mijn beste klanten. En de mensen op de markt hier weten wat goed gerief is!

Volgende week varen we verder de Schelde op, naar Doornik met als eindbestemming Valenciennes. Met een half dozijn schuiten zullen we zijn. Niemand vaart nog alleen de rivier op, want de schippers voelen zich vandaag de dag niet veilig. In het grensgebied zijn heel wat rovers actief!

Ik heb bovendien een zeer voorname gast aan boord. Een boodschapper van de heer van Ename reist mee. Men fluistert dat hij instructies bijheeft voor de markgraaf van Valenciennes, die landerijen bezit in Mater, hier vlakbij. Maar ik stel verder geen vragen hoor. Hij betaalt goed.

Denkt u nu maar niet dat ik met een lege boot terugkeer uit het zuiden. Stroomafwaarts kan ik heel wat vracht verstouwen. Wijnen uit de streek van Parijs, uit Soissons en Laon. En prima kalksteen uit Doornik.
Maar da’s allemaal pas voor volgende maand. Nu ligt mijn schuit vol fijne waar uit noordelijke streken.

Alles moet weg! De allerbeste zoute haring… Wollen laken tegen de bittere winterkou… De fruitigste moezelwijnen…

Hubert Damen als Ibo, de Friese handelaar, in het filmfragment (foto pam Ename).

Wil je Ibo zelf zien binnenvaren in de haven van Ename? Scroll dan naar het eind van dit artikel of klik op Vaar je zelf even mee?

Het ‘Feest van duizend jaar’

In het pam Ename (onderdeel van de Erfgoedsite Ename) wacht u een bijzondere belevenis. In één van de museumzalen wordt u gast aan de rijk gevulde en druk bezochte ‘Feesttafel’. Vierentwintig levensechte poppen zitten rond één dis en ieder van hen heeft een verhaal dat alles te maken heeft met Ename over een tijdsspanne van duizend jaar. wacht u een bijzondere belevenis. In één van de museumzalen wordt u gast aan de rijk gevulde en druk bezochte ‘Feesttafel’. Vierentwintig levensechte poppen zitten rond één dis en ieder van hen heeft een verhaal dat alles te maken heeft met Ename over een tijdsspanne van duizend jaar.

In de zaal vindt u een koepelvitrine waarin zich vierentwintig voorwerpen bevinden. Ieder voorwerp hoort bij één van de personages aan de Feesttafel. Op het grote scherm ziet u een film waarin acteurs op boeiende wijze de vierentwintig levensverhalen vertellen. Zo wordt geschiedenis en archeologie plotsklaps tot leven gebracht en krijgt u op een unieke wijze een kijkje in het verleden.

Ga zitten, kies een voorwerp, zie hoe een personage tot leven komt en laat je meenemen door de acteurs in het verhaal over hun eigen specifieke rol in die rijke geschiedenis van Ename.

De Feesttafel, een rijke dis gevuld met levendige verhalen (foto pam Ename).

Rood beschilderd Pingsdorfs aardewerk

Tussen de 9de en de 13de eeuw werd in het Rijnland een bijzonder aardewerk vervaardigd. Het wordt ‘Pingsdorfs aardewerk’ genoemd, naar het dorpje Pingsdorf waar de meeste vondsten van dit aardewerk gedaan zijn en dat ook het bekendste productiecentrum is. Gebruiksvoorwerpen van Pingsdorfs aardewerk werden echter niet alleen in het Duitse Rijnland geproduceerd, maar ook in het Nederlandse Zuid-Limburg.

Pingsdorfs aardwerk is een hoog gestookt aardewerk. Het werd gebakken bij temperaturen van 900 tot 1000 graden. De zachtgebakken voorwerpen zijn geelwit van kleur. Hoe heter de klei gebakken werd, hoe donkerder het aardewerk (tot roodpaars). De klei wordt voor het bakken gemengd met fijn zand. ‘Gemagerd’ noemt men dat. Pingsdorfs baksel bestaat voor 12% tot 20% uit zand.

Dit type aardewerk wordt teruggevonden in vele Noordwest-Europese nederzettingen en is voor de middeleeuwse archeologie een belangrijke tijdsmarker. In de loop van de 400 jaar waarin Pingsdorfs aardewerk gemaakt en gebruikt werd, verandert de stijl nauwelijks. Niettemin zien we enkele kleine stijlontwikkelingen. Zo heeft het oudste aardewerk vooral de geelwitte kleur en is het latere aardewerk vaker donker van kleur (door de hogere baktemperatuur). Ook in het reliëf zien we een ontwikkeling: de oudste voorwerpen hebben een glad oppervlak, later zien we vaak gekartelde randen. Dit is onder andere duidelijk in de voet van de voorwerpen. Aanvankelijk was de bodem lensvormig en glad, later werden de voorwerpen stabieler gemaakt met een gekartelde voet (golfmotiefjes).

Kenmerkend voor het Pingsdorfs aardewerk over de gehéle periode van productie is de sierlijke, rode beschildering. Het oppervlak is wat ‘zanderig’, het voelt als fijn zandpapier. De meest voorkomende voorwerpen in Pingsdorfse stijl zijn kogelpotten, tuitpotten, bekers, schalen en ook wel haardtegels.

Pingsdorfse potscherf dd circa het jaar 1000 (foto pam Ename).

De haven van Ename

Als hoofdplaats van een belangrijk markgraafschap van het Oost-Frankische Rijk was Ename een veelbelovende, bloeiende stad in opkomst. Rond de versterkte burcht vestigden zich ambachtslieden en handelaars. Zo ontstond een middeleeuwse portus (handelsnederzetting) met een haven, tolheffing en marktwerking.

De Schelde was en is nog steeds een drukke handelsroute. Handelaars van heinde en ver reisden over de rivier om hun handelswaren naar de grote steden en belangrijke tussenplaatsen te brengen én om onderweg weer nieuwe handelswaar in te slaan. Men verscheepte wijnen, etenswaren, aardewerk, wol, laken, stenen, bouwmaterialen, luxegoederen en nog veel meer.

Vandaag is de Schelde een brede rivier met weinig bochten, maar dat was geheel anders in de Middeleeuwen. De Schelde was smal en had een zeer grillig en bochtig verloop. De Schelde kende ook een lichte getijdenwerking. Het was dus geen sinecure voor een boot om over de Schelde het binnenland in te varen.
Over het ‘rechttrekken’ en callibreren van de Schelde kunt u meer lezen in de volgende weblogartikelen:
Het wegske op de foto, wandelen door Ename en De veerpont van Ename.

Vaar je zelf even mee?

Wil je zelf even mee in de boot van Ibo en de haven van Ename binnenvaren? Dan zal je genieten van onderstaande video van Visual Dimension bv & Daniël Pletinckx.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s